Samenvatting Meet & Greet met Chris van Dam

Afgelopen vrijdag heeft u tijdens de livestream de Meet & Greet met Tweede Kamerlid Chris van Dam van het CDA kunnen volgen. De heer Van Dam heeft de verhalen van de verschillende ondernemers met veel interesse aangehoord. Hij heeft ook toegezegd deze informatie mee te nemen naar Den Haag, omdat ook hij vindt dat een aanvullend steunpakket voor de horeca noodzakelijk is.
  
Tijdens deze ontmoeting hebben meerdere ondernemers uitgelegd tegen welke problemen zij aanlopen tijdens de huidige coronacrisis. Naast de financiële problemen spraken de ondernemers vooral over het gebrek aan perspectief en de uitzichtloosheid die daardoor ontstaat. Als de ondernemers zouden weten hoe lang deze situatie nog gaat duren, zouden ze op basis daarvan kunnen bepalen of voortzetting van hun bedrijf/bedrijven nog zin heeft.

De volgende aspecten kwamen aan bod:

  1. Verreweg de meeste ondernemers zouden geholpen zijn als ze geen of minder huur zouden moeten betalen. De huur bedraagt doorgaans circa 10% van de omzet. Veel huurbazen willen geen afspraken daarover maken en de overheid zou daar een rol in kunnen spelen.

    Twee opties zijn voorgelegd:

    • Het Zweedse model – huurder, verhuurder en overheid betalen ieder 1/3 van de huur.
    • Het Duitse model – huurders krijgen twee jaar om hun huur te betalen en gedurende die twee jaar mag de verhuurder het contract met de huurder niet beëindigen.
       
  2. Naast personeelskosten en de huur hebben horecaondernemers nog andere vaste lasten die ze moeten betalen, ook als het restaurant gesloten is. Deze kosten kunnen oplopen tot tienduizenden euro’s per maand en vooral middelgrote en grote ondernemers en ondernemers met meerdere zaken kunnen deze lasten niet lang dragen. Dit geldt ook voor restaurants die al jaren winst maken en een goede buffer hebben. De € 4000 van de TOGS is voor deze ondernemers een druppel op een gloeiende plaat. Om de vaste lasten te compenseren wordt voorgesteld om de werkgeverslasten tot het restaurant weer volledig op kan kwijt te schelden.
     
  3. Hoewel het nog niet duidelijk is wanneer de restaurants weer open mogen, is het wel duidelijk dat hierbij de 1,5 meter in acht zal moeten worden genomen. Dit betekent dat er veel minder gasten tegelijkertijd in het restaurant kunnen eten en er dus minder omgezet zal worden. Ook zal er minder personeel nodig zijn, er worden immers minder maaltijden bereid en minder gasten bediend, wat uiteindelijk zal leiden tot ontslag voor een deel van het personeel. En dat terwijl de NOW gericht is op behoud van de werkgelegenheid.

    Daarbij komt dat veel restaurants verlies zullen draaien als ze maar de helft van de gasten kunnen ontvangen.
     

  4. Startende ondernemers hebben nog geen buffer kunnen opbouwen en hebben vaak juist veel schulden. Hierdoor zijn de banken niet bereid om deze ondernemers nog meer geld te lenen, waardoor deze ondernemers nog verder in de problemen komen. Ook lijkt het erop dat juist nieuwe ondernemers minder snel de uitkeringen uit het steunpakket ontvangen.
     
  5. Het blijkt ook dat lenen bij de bank niet eenvoudig is, ondanks de garantstelling van de overheid. Dit geldt ook voor “gezonde” bedrijven. Bovendien is de rente die betaald moet worden hoog. Ondernemers zijn ook huiverig om meer te lenen, omdat ze niet weten wat de toekomst gaat brengen en hoe ze de lening weer terug gaan betalen.
     
  6. Restaurants in Amsterdam, Giethoorn en andere toeristische plaatsen zullen nog veel langer last hebben van de crisis. Zij kunnen pas weer een goede omzet gaan maken als het toerisme weer op gang komt.
     
  7. De authentieke Chinese afhaalrestaurants hebben al langer last van de coronacrisis. In januari, toen het virus nog niet in Nederland was, merkten zij al een omzetdaling, omdat sommige mensen huiverig waren om Chinees te eten. Zij hebben januari en februari al minder omzet gemaakt en hoewel ze nu nog vaak wel open zijn voor afhaal, missen ze nog steeds hun restaurantomzet. De opgebouwde buffer na de goede decembermaand is niet voldoende om zo lang de extra kosten te kunnen dragen.
     
  8. De NOW zou 90% van de personeelskosten moeten dekken, maar in de praktijk is dit in de horeca veel minder. Vaak moeten ondernemers ca. 35% van de loonkosten nog zelf betalen.

Voor alle ondernemers geldt dat ze heel graag weer open willen en zelf hun geld willen verdienen i.p.v. hun hand op te houden bij de overheid. Chinese horecaondernemers zijn harde werkers die je eigenlijk nooit hoort, maar nu is er een situatie ontstaan waarvan ze niet weten hoe lang deze gaat duren. Ze beseffen dat als het te lang duurt, ze genoodzaakt zullen zijn de stekker uit de onderneming te trekken. Een aanvullend steunpakket van de overheid is nodig om hun restaurants te laten overleven.
 
U kunt de sessie met Chris van Dam ook terugkijken op YouTube.

Bekijk de Meet & Greet